Begrippenlijst
Bron ondersteuning CHAT GPT.
Hier is een uitgebreid overzicht van woorden en begrippen uit de funeraire wereld, gerangschikt op categorieën:
Algemene Begrippen
- Begrafenis – Het ritueel waarbij een overledene wordt begraven.
- Crematie – Het proces waarbij een overledene wordt verast.
- Uitvaart – De ceremonie rondom het afscheid van een overledene.
- Rouw – Het proces van verdriet en verwerking na een verlies.
- Post-mortem – Na de dood.
- Overledene – De persoon die is gestorven.
- Lijkbezorging – Verzamelterm voor de manieren waarop een lichaam wordt behandeld na overlijden.
- Doodskist (of lijkkist) – Een kist waarin de overledene wordt begraven of gecremeerd.
Rouw en Herdenking
- Condoleance – Het betuigen van medeleven aan de nabestaanden.
- Rouwbrief – Officiële kennisgeving van een overlijden.
- Rouwadvertentie – Een publicatie in een krant of online ter kennisgeving van een overlijden.
- Rouwcentrum – Een locatie waar nabestaanden afscheid kunnen nemen van de overledene.
- Opbaring – Het tentoonstellen van de overledene voorafgaand aan de uitvaart.
- Rouwstoet – De stoet van voertuigen of personen die de overledene begeleidt naar de laatste rustplaats.
- Lijkwade – Een doek waarin het lichaam wordt gewikkeld (vaak in islamitische en joodse tradities).
- Grafrede (of eulogie) – Een toespraak ter nagedachtenis aan de overledene.
Begraafplaatsen en Graven
- Grafsteen – Een stenen plaat met inscriptie die het graf markeert.
- Grafkelder – Een ondergrondse ruimte waarin een of meerdere lichamen worden bijgezet.
- Urnengraf – Een kleine grafplaats bedoeld voor urnen met asresten.
- Columbarium – Een muur of gebouw waarin urnen worden bewaard.
- Begraafplaats (of kerkhof) – Een terrein waar overledenen worden begraven.
- Erebegraafplaats – Een speciale begraafplaats voor personen van nationale betekenis, vaak militairen.
- Massagraf – Een graf waarin meerdere lichamen tegelijkertijd zijn begraven.
- Graftombe – Een monumentale structuur waarin een of meerdere lichamen worden bijgezet.
Crematie en Urnen
- Asbestemming – Wat er gebeurt met de as na crematie (bijvoorbeeld verstrooiing of bewaring in een urn).
- Asverstrooiing – Het verspreiden van de as op een speciale locatie.
- Urn – Een vat waarin de as van een gecremeerde overledene wordt bewaard.
- Crematorium – Een faciliteit waar crematies plaatsvinden.
- Bijzetting – Het plaatsen van een urn in een urnengraf of columbarium.
Religieuze en Spirituele Begrippen
- Requiem – Een mis of muziekstuk ter nagedachtenis aan een overledene (christelijke traditie).
- Kaddisj – Een Joods gebed dat wordt gezegd ter ere van de overledene.
- Samsara – In het boeddhisme en hindoeïsme de cyclus van dood en wedergeboorte.
- Bardo – In het Tibetaans boeddhisme de overgangstoestand tussen dood en wedergeboorte.
- Samskara – In het hindoeïsme de rituelen die met overlijden en crematie gepaard gaan.
- Islamitische begrafenis – Een snelle begrafenis volgens islamitische richtlijnen, waarbij het lichaam in een witte lijkwade gewikkeld wordt.
- Christelijke begrafenis – Een ceremonie waarin vaak gebeden, lezingen en gezangen worden gehouden.
- Paganistische rituelen – Oude en moderne heidense gebruiken rondom dood en herdenking.
Thanatopraxie en Lichaamsverzorging
- Thanatopraxie – Een lichte balseming om het lichaam langer toonbaar te houden.
- Balsemen – Een proces waarbij chemische middelen worden gebruikt om het lichaam te conserveren.
- Obductie (autopsie) – Lijkschouwing om de doodsoorzaak vast te stellen.
- Memento mori – Kunstzinnige of filosofische uitingen die herinneren aan de vergankelijkheid van het leven.
- Doodsmasker – Een afgietsel van het gezicht van de overledene, vaak ter herinnering.
- Lijkwagen (rouwauto) – Een speciaal voertuig voor het vervoer van de overledene.
Juridische en Administratieve Begrippen
- Overlijdensakte – Een officiële akte die het overlijden bevestigt.
- Nalatenschap – Het geheel van bezittingen en schulden dat de overledene achterlaat.
- Testament – Een document waarin de overledene vastlegt hoe zijn/haar nalatenschap verdeeld moet worden.
- Executeur – Degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het testament.
- Erfgenaam – De persoon die (een deel van) de nalatenschap ontvangt.
- Levenstestament – Een document waarin iemand vastlegt wat er moet gebeuren bij wilsonbekwaamheid.
- Codicil – Een handgeschreven aanvulling op een testament.
- Grafrechten – Het recht om een graf te gebruiken voor een bepaalde periode.
- Opgraving – Het opgraven van een lichaam voor herbegraving of onderzoek.
Moderne en Alternatieve Uitvaartvormen
- Resomatie – Een milieuvriendelijke methode waarbij het lichaam wordt opgelost in water en alkali.
- Cryomatie – Een proces waarbij het lichaam wordt ingevroren en verbrijzeld.
- Natuurbegrafenis – Een begrafenis in een natuurgraf zonder grafsteen, zodat de natuur het overneemt.
- Body donation – Het schenken van het lichaam aan de wetenschap.
- Digitale herdenking – Online gedenkpagina’s en virtuele begraafplaatsen.
- Uitvaartverzekering – Een verzekering die de kosten van een uitvaart dekt.
Symboliek en Rituelen
- Zwarte kleding – Traditionele rouwkleding in veel westerse culturen.
- Witte bloemen – Vaak gebruikt als symbool van zuiverheid en respect bij uitvaarten.
- Vlinders – Symboliseren de overgang van het aardse naar het spirituele.
- Kaarsen – Worden vaak aangestoken ter nagedachtenis aan een overledene.
- Herdenkingsdienst – Een bijeenkomst ter ere van een overledene, los van de uitvaart.
- Dag van de Doden (Día de los Muertos) – Een Mexicaanse herdenkingsdag voor overledenen.
Oudheid
Egyptische Begrafeniscultuur
- Mummificatie – Het conserveren van het lichaam door balseming en inwikkeling in linnen.
- Sarcophaag – Een stenen kist waarin een gemummificeerd lichaam werd geplaatst.
- Canopenvazen – Vazen waarin de ingewanden van de overledene werden bewaard.
- Dodenboek – Een verzameling spreuken en rituelen om de overledene te begeleiden naar het hiernamaals.
- Anubis – Egyptische god van de dood en balseming.
- Piramide – Monumentale graftombes voor farao’s.
- Osiris-mythe – Verhaal over dood en wedergeboorte, belangrijk in Egyptische dodencultus.
Griekse en Romeinse Begrafeniscultuur
- Hades – De onderwereld in de Griekse mythologie.
- Charon – De veerman die zielen over de rivier Styx bracht; overledenen kregen een munt (obool) om hem te betalen.
- Stèle – Grafzuil met inscripties of reliëfs, vaak gebruikt in de Griekse wereld.
- Crematie op brandstapel – Veelgebruikte Romeinse en Griekse praktijk om lichamen te verbranden.
- Columbarium – Romeinse urnenmuren met nissen voor crematie-as.
- Catacomben – Ondergrondse begraafplaatsen, vooral gebruikt door vroege christenen in Rome.
Middeleeuwen
- Lijkwade – Een eenvoudige doek waarin lichamen werden gewikkeld voordat ze werden begraven.
- Dodendans (Danse Macabre) – Middeleeuws motief dat de vergankelijkheid van het leven benadrukte.
- Massagraven – Vaak gebruikt tijdens pestepidemieën.
- Relieken – Overblijfselen van heiligen die werden vereerd en soms in kerken werden begraven.
- Gilden van begrafenisondernemers – Eerste georganiseerde groepen die zich bezighielden met het verzorgen van doden.
- Knekelhuis (ossuarium) – Een ruimte of gebouw voor het bewaren van menselijke botten, vaak na ontgravingen.
- Bedevaartgraven – Graven van heiligen die als heilige plekken werden beschouwd.
Renaissance en Barok
- Funerair portret – Een schilderij of buste van de overledene, vaak in adellijke en koninklijke families.
- Monumentale grafkapellen – Luxueuze graven voor rijke families.
- Rouwstoeten met rouwkoetsen – Werden steeds formeler en spectaculairder in adellijke en koninklijke kringen.
- Memento Mori – Symboliek (zoals schedels) om de sterfelijkheid te benadrukken.
18e en 19e Eeuw (Opkomst van het moderne uitvaartwezen)
- Balseming met arseen en formaline – Werd populair in de 19e eeuw om lichamen langer toonbaar te houden.
- Doodsmaskers – Gipsafdrukken van gezichten van beroemde overledenen, zoals Napoleon en Beethoven.
- Begrafenisverzekeringen – Eerste vormen van financiële dekking voor uitvaarten.
- Eerste gemeentelijke begraafplaatsen – Begonnen in de 19e eeuw door bevolkingsgroei en gezondheidswetten.
- Rouwmode – Vooral in de Victoriaanse tijd droegen vrouwen lange periodes zwart.
- Grafrechten – Het idee van tijdelijk grafgebruik in plaats van eeuwige rustplaatsen.
- Post-mortem fotografie – In de 19e eeuw werden overleden personen gefotografeerd als herinnering.
20e en 21e Eeuw (Modernisering en Alternatieve Uitvaartvormen)
- Crematiewetgeving (Nederland, 1955) – Legale erkenning van crematie als alternatief voor begraven.
- Urnengemeenschappen – Sinds de 20e eeuw steeds populairder.
- Thanatopraxie – Moderne lichte balseming voor een natuurlijke uitstraling bij opbaring.
- Digitale herdenkingen – Online gedenkplaatsen en livestreams van uitvaarten.
- Duurzame begrafenis – Natuurbegraafplaatsen en bio-afbreekbare urnen als opkomende trend.
- Cryomatie en resomatie – Nieuwe technieken waarbij lichamen worden ingevroren of opgelost in vloeistof.
- Body donation – Steeds vaker schenken mensen hun lichaam aan de wetenschap.